In 2013 ging na een verbouwing van 10 jaar het Rijksmuseum in Amsterdam eindelijk weer open voor het publiek. In mijn tienerjaren was ik al eens in het museum geweest, samen met mijn nichtje op zoek naar de Nachtwacht.
We zijn toen het hele museum (in hoog tempo, want de rest vonden we toch niet interessant) doorgestruind en kwamen er achter dat we bij het begin de verkeerde afslag hadden genomen. Als we gelijk rechtsaf waren gegaan, hadden we rest helemaal nooit gezien.
Maar goed, inmiddels hebben mijn eigen kinderen de puberleeftijd bereikt en liggen mijn interesses wat breder en leek het mij leuk om het Rijksmuseum nogmaals te bezoeken. Dus op een zonnige dag in mei ging ik op weg. En of het nu door de vernieuwde inrichting was of mijn "ouderdom", ik vond het zeer de moeite waard.
Het museum zelf is al een mooi gebouw, van binnen en van buiten en ik vind het ook heel bijzonder dat je er met de fiets onder door kunt (de directeur dacht daar zelf ietsjes anders over, maar op dit punt had hij ongelijk, wat mij betreft). Ik heb niet alleen naar de schilderijen en kunst gekeken, maar de vloeren, muren, plafonds en ramen zijn zeker te bekijken waard.
Het mooiste schilderij dat ik tegen kwam, was de Bedreigde Zwaan. Het dier lijkt recht op je af te komen en dat maakt indruk, net als in het echt, weet ik uit ervaring.
Het maken van foto's is leuk, want je hebt een blijvende herinnering, maar het is ook een uitdaging. Want iedereen wil foto's maken of een kunstwerk van heel dichtbij bekijken. En ja, toen stond ik zo maar in de weg, toen deze dame een foto wilde maken van het Straatje van Vermeer (of was het net andersom).
Alle foto's die ik deze dag gemaakt heb, kun je vinden in de galerij.