Dit jaar nam ik wel wat wol, haak- en breinaalden mee op vakantie, om iets om handen te hebben als we niet aan het wandelen waren.
De eerste bol die mee ging, was dit verloopgaren van Scheepjes - Wanderlust, in de kleurstelling Hirosaki (nr. 464). Normaal gesproken ben ik niet zo rozig, maar ik vond dit wel een mooie kleurencombinatie. Aangezien ik maar 1 bol had, werd het een klein project, een zelfverzonnen col. Lekker in het zonnetje op de camping begon ik aan dit werkje.
Voor deze col haakte ik 100 lossen met haaknaald 5 en haakte de lus aan elkaar met een halve vaste. De eerste steek werd voorzien van een markeerder en voor mijn gemak deed ik een markeerder in elke 20e steek. Met haken weet ik nooit zo goed waar het begin of het eind is en de eerste keer haakte ik zonder markeerders. Toen ik ging tellen, had ik ineens meer dan honderd steken, dus maar weer uitgehaald en opnieuw begonnen.
Voor de col koos ik een steek die ik heb leren kennen tijdens het haken van de Droomdeken, de mossteek. Hierbij worden halve vasten afgewisseld met halve stokjes. Bij de Droomdeken haakte ik heen en weer en bij deze col in het rond, dus ik denk dat het er dan iets anders uit ziet. De voorkant ziet er namelijk anders uit dan de achterkant.
Toen ik een aantal centimeter gehaakt had, haalde ik de meeste markeerders weg, ik liet alleen de eerste en de laatste staan. Ik heb een toer nooit afgesloten met een halve vaste in de eerste steek van de toer. Dit had ik wel bij de eerste poging gedaan, maar het zag er niet mooi uit. Dus haakte ik gewoon door in het patroon en dit gaf wel het gewenste effect (namelijk dat je niet ziet waar de toer begint of eindigt).
De boven- en onderrand heb ik voorzien van een picotrandje. Voordat de col helemaal af was, heb ik de bol afgehaald, zodat ik bij het eind van het garen was. Hiermee heb ik de rand aan het begin van de col gehaakt. Vervolgens heb ik het garen weer opgerold en de col afgehaakt.
In een paar dagen had ik de col gehaakt en zodoende kon ik hem dragen tijdens wandelingen als het wat kouder was. Het garen haakt erg fijn en ik ben heel erg blij dat ik bamboe haaknaalden heb aangeschaft. In het begin is het wel even wennen, maar ze haken licht en ik vind dat erg prettig. Mocht je de col zelf eens willen haken, dan vind je hier het schema.
Afhankelijk van het garen dat je gebruikt en hoe breed je de col wilt hebben, haak je een even aantal lossen. En dan ga je verder met de mossteek. De picotrand onder haak je in de lossenreeks, voor de picotrand boven heb ik eerst nog een toer met halve vasten gehaakt.